Een feest om nooit te vergeten
Hij zat voor het raam en staarde eenzaam naar buiten.
De straat was donker en verlaten, net zo donker als in zijn eigen hart.
Alle hoop en blijdschap was er uit verdwenen na het overlijden van zijn vrouw enkele jaren geleden.
Hij kon de draad niet meer oppakken en bidden had hij al zo lang niet meer gedaan.
Soms zwaaide er iemand naar hem als hij voorbij liep, dan sprong zijn hart op van vreugde, dat maakte hem blij.
Zo’n klein gebaar en toch van zo veel waarde voor zijn koude hart.
Maar de meeste mensen hadden haast en snelden voort, hun blik gericht op oneindig.
Het was Kerstavond, hier en daar zag hij lichtjes twinkelen in de huizen aan de overkant.
Hij had geen enkel lichtje aangedaan alleen de lamp boven de tafel.
Zijn gedachten dwaalden als vanzelf terug naar vroeger, hoe ze toen met elkaar Kerstfeest vierden en op Kerstavond naar de kerk gingen. Hij zag nog de verwachtingsvolle gezichtjes van zijn kinderen, de stille eerbied als hij aan tafel het kerstverhaal voorlas en de diepe hoorbare zucht van hen als hij de kinderbijbel dicht sloeg.
De heerlijke maaltijd die zijn vrouw voor hen bereidde en de warmte van het haardvuur, de lichtjes in de boom die zacht twinkelden.
Hij had nooit verwacht dat die tijd zo snel voorbij zou gaan.
Nu zat hij hier alleen en wie dacht er nog aan hem?
Plotseling ging de deurbel. Hij schrok er van, die bel had hij al zo lang niet gehoord, wie zou dat kunnen zijn?
Hij schuifelde naar de voordeur en opende de deur op een kiertje. Eerst zag hij niets maar toen zijn ogen aan het duister waren gewend zag hij een heel klein lichtje flakkeren, een brandend kaarsje stevig geklemd in een kinderhandje. Het kleine mensje keek hem aan met een open blik en begon toen heel zacht en haperend te zingen “Stille nacht, heilige nacht” en tot zijn verrassing hoorde hij nog een paar stemmen die zich aansloten bij het gezang van dit mooie bekende lied.
Dit gezinnetje, vader, moeder en 2 kinderen, had hij al eens eerder voorbij zien komen.
Zij hadden gezien hoe stil en eenzaam hij iedere dag uit het raam zat te staren en ze wilden hem graag verrassen met het zingen van een mooi Kerstlied, meer bezaten zij niet.
Hij opende spontaan de deur en vroeg hen of zij binnen wilden komen.
Ze maakten graag gebruik van zijn uitnodiging want het was bitter koud buiten en hij zag dat ze maar heel schaars waren gekleed.
En opeens was het niet meer donker in zijn huisje, deze lieve mensen brachten liefde, warmte en licht mee dat zich nestelde in zijn hart.
Hij had nog wat speelgoed in een kast staan van toen zijn kleinkinderen nog klein waren en hij haalde het tevoorschijn. De kinderen waren er dolgelukkig mee en gingen gelijk op de grond zitten spelen.
Samen met de ouders gingen ze tenslotte om de eettafel zitten en luisterden stil naar elkaars verhalen, die ze spontaan met elkaar deelden.
Ze vertelden dat ze gevlucht waren uit hun land waar ze niet meer veilig waren, van de geliefden die ze achter moesten laten, van de barre lange tocht naar vrijheid en van het asielzoekerscentrum waar ze nu verbleven en al zo lang op een verblijfsvergunning wachtten.
Zijn hart brak toen hij begreep wat deze mensen door hadden gemaakt en soms nog door moesten maken. Hij schaamde zich dat hij zo lang alleen maar met zijn eigen verdriet bezig was geweest zonder ook maar één moment aan anderen te denken.
Toen stond hij op en zocht even in de boekenkast die in een hoek van de kamer stond. Toen hij gevonden had wat hij zocht liep hij naar de tafel en opende net als toen, de oude kinderbijbel met de mooie gekleurde platen. De kinderen kwamen er bij zitten en met zijn krakerige oude stem begon hij te lezen. Steeds even stoppend om dingen te verduidelijken omdat ze de taal nog niet helemaal goed beheersten.
Hij vertelde van het kindje Jezus, Gods eigen Zoon die in Bethlehem was geboren. Van de herders en de wijzen, maar bovenal van de Liefde van God voor alle mensen.
Hij had zijn eigen Zoon naar de aarde gestuurd om te laten zien wie God de Vader was.
Zijn Zoon Jezus had zelfs zijn eigen leven gegeven voor de verkeerde dingen van ieder van ons.
En het mooie is dat Hij niet dood is gebleven maar is opgestaan, Hij heeft de dood overwonnen, zodat ook wij eeuwig bij Hem zullen mogen leven.
Toen de man de Bijbel dicht sloeg bleef het lange tijd heel stil.
Heeft Hij dat ook voor ons gedaan, stamelde de vrouw en haar man keek hem ook vragend aan.
Ja zeker, ook voor jullie, voor ieder mensenkind op deze aarde.
Daarna gebeurde er iets heel moois daar in dat kleine huisje op die mooie kerstavond.
Want dat was het geworden, van een eenzame stille Kerst werd het een feest.
Niet met cadeaus die waren er niet, maar wel met het mooiste cadeau dat je maar kunt bedenken.
Het kindje Jezus, Gods eigen Zoon die een plekje kreeg in de harten van deze mensen.
En als je goed luisterde kon je de engelen horen zingen: “Vrede op aarde”.
Toen het gezinnetje vol dankbaarheid was vertrokken, vouwde de man zijn handen en dankte God voor dit wonder dat Hij samen met deze mensen mocht beleven.
Zij bleven met elkaar verbonden en hij mocht hen steeds meer laten zien wie Jezus voor hen wilde zijn.
Ook mocht hij voor hen de opa zijn die de kinderen al zo lang hadden gemist.
Hier werd Kerst werkelijkheid en ook wij mogen met open harten knielen bij het kindje Jezus.
Zo wordt het Licht ontstoken, ook in onze harten, en zal er een bron van Levend Water ontspringen in ieder van ons, een stroom van Liefde die nooit op zal drogen en steeds meer mensen zal bereiken.
Dat is Kerstfeest, God in ons, Immanuël!
En als je Jezus wilt vinden en je weet niet waar je Hem moet zoeken,
dan kan onderstaand gedicht je misschien een beetje helpen.
WAAR IS JEZUS?
Jezus vind je niet op aarde
als je zoekt naar geld of goud
wel in de ontmoeting met die zieke
in die mens, eenzaam en oud.
Je ziet Hem in de ogen van een kind
dat niet weet wat vrede is
en in jouw bewogen hart
als je voor de mensheid bidt.
Jezus vind je niet onder de kerstboom
in dat pakje groot of klein
maar in die arm om een schouder
bij mensen die verdrietig zijn.
Jezus eet niet mee aan tafel
als er geen plaats voor Hem is bereid
Hij staat wel in die lange rij
waar een kind om eten schreit.
Zoek Hem niet in het grote
maar in het kleine, in die arme stal
dan mag ook jij heel zeker weten
dat je Jezus vinden zal!