VOLENDAM (01-01-2001)
God slaat Zijn armen om hen heen
om ’t stadje Volendam
om hun twijfels en hun vragen
om het leed dat hen overkwam.
Met ontferming en mededogen
drukt Hij hen aan Zijn hart
Zijn gelaat doorgroefd van tranen
getekend door hun pijn en smart.
Naast ieder bed staat Hij gebogen
Hij voelt hun pijn
en diep bewogen
kijkt Hij in liefde op hen neer
en noemt hun naam
telkens weer.
Geen antwoord op al onze vragen
O God, waar moet dat heen?
Alleen een zeker weten
God slaat Zijn armen
om Volendam heen.
VIRUSWAARSCHUWING
Het grootste Virus aller tijden
raast over de digitale weg
immuun voor firewall en hackers
komt het op je harde schijf terecht.
Het wist ook al jouw bestanden
je geheugen wordt er mee besmet
het wordt verzonden naar alle landen
via email wordt het aangezegd.
Al is je processor nog zo snel
het Virus achterhaalt het wel
elk systeem dat wordt gekraakt
als het ermee wordt aangeraakt.
Het Virus is niet meer te stuiten
omdat het overal binnendringt
het is de Liefde van Jezus Christus
die heel de wereld overwint.
VADER WACHT
Je bent een kind van God de Vader
of je wilt of niet.
Hij staat steeds op de uitkijk
of Hij jou al komen ziet.
Hij wacht op jou, verlangt naar jou
als een Vader naar Zijn kind
Hij kan jou echt niet missen
en hoopt dat jij de weg weer vindt.
Het bloed van Jezus Christus
kruipt waar het niet kan gaan
neemt iedere berg of hindernis
en komt nooit stil te staan.
Het neemt alles met zich mee
wat het daglicht niet kan velen
het reinigt en ontzondigt
en kan jou helemaal genezen.
Banden van bloed kun je niet verbreken
ze wijzen jou de weg naar Huis
naar een Vader,
die wacht met open armen
laat je maar omarmen,
want dan ben je THUIS!
UW WERELD, ONZE WERELD
Er is zoveel verdriet
er is zo heel veel leed
een grafje van een kindje
een broertje dat haar bloemen geeft.
Een vader en een moeder
overmand door verdriet
ik vraag mij af, o Heer
of U dat allemaal wel ziet?
Of zit U hoog en droog
daarboven op Uw troon
en denkt U af en toe,
’t is hun verdiende loon?
O Heer, het spijt me zo
ik word zo ziek van dat geweld
maar U bent vol van liefde
dat is het enige dat telt.
U troost en U bemoedigt
en U wilt ons geluk
daar zijn we voor geschapen
wij maken zelf Uw wereld stuk.
U VERLOST MIJ
Houd me vast Heer
ik kan het even niet
sla Uw armen om mij heen
want ik heb zo’n verdriet.
Mijn rust is ver te zoeken
vrede is voorbij
stormen zijn aan ’t woeden
wanneer gaat dit voorbij?
Het kolkt en bruist van binnen
het kookt en gist maar door
hoe moet ik overwinnen
hoe moet ik het leven door?
Bij U daar is een schuilplaats
een veilige sterke rots
daar mag ik in vertoeven
tot U mij van mezelf verlost.
2001
Tweeduizend plus één
daar sta je dan weer
vol verlangen of angst
naar dat beetje meer.
Een beetje van dit
of een beetje van dat
wordt het een lust
of wordt het een last.
Maar één ding is zeker
wat je ook verwacht
er loopt IEMAND naast je
op jouw levenspad.
STIL VERLANGEN
Ik verlang zo naar dat land
enkel vrede nergens zuchten
bloeiende bloemen, blauwe luchten
nergens oorlog of geweld
alleen de liefde die daar telt.
Mens en dier in vree’ naast elkaar
geen dood, geen ziekte, geen gevaar
geen haat, geen hang naar geld of goud,
omdat men van elkander houdt.
Geen honger of een greep naar macht
je mag daar leven in Jezus’ kracht
niemand arm of niemand rijk
iedereen de Koning te rijk.
Kleine beekjes, kabbelend water
ik verlang zo erg naar later
als ik stuit op mijn onvermogen
blijf ik in dat land geloven.
STERVEN
Sterven is soms een bevrijding
sterven is bevrijd van pijn
sterven is opnieuw gaan leven
bij God de Vader te mogen zijn.
Sterven is ook achterlaten
van wie je houdt, bij wie je hoort
voor hen is sterven zo tweestrijdig
het geeft verdriet om wat je verloor.
Sterven is ook zeker weten
dit is geen einde maar een begin
wij zullen elkaar eens weer ontmoeten
dat geeft hoop en je leven zin.
STERKE GOD
Sterke God, U lijkt zo zwak
waar is Uw kracht, waar is Uw macht?
De mens geschapen naar Uw beeld
besmeurd, bevuild en zo verdeeld.
De wereld eens Uw paradijs
verwoest, vervuild, zo goor en grijs.
Waar is Uw stem in ’t ruisen van de wind?
Waar bent U in het schreien van dat kind?
Waar is Uw toorn bij ’t rollen van de donder?
Wanneer gaat deze wereld aan zichzelf ten onder?
Uw gelaat doorgroefd van tranen
kijkt met weemoed op ons neer.
Uw wachten is enkel genade
zo sterk is onze lieve Heer!
SPIJT
Wat een spijt Heer, zal ik hebben
als ik zien mag wat U zag
niet de dood en niet het lijden
maar alleen het open graf.
Wat een spijt Heer, zal ik hebben
als mijn ogen open gaan
de kansen die ‘k heb laten liggen
de wonderen die ‘k heb laten staan.
Wat een spijt Heer, zal ik hebben
als mijn oren kunnen horen
de woorden die U tot mij sprak
toen ik ze nog niet wilde horen.
Wat een spijt Heer, zal ik hebben
als U mijn denken hebt vernieuwd
Uw liefde stroomt door heel mijn wezen
als ik voor U lig geknield.
Wat een genade Heer, mag ik ontvangen
als U zich naar mij overbuigt
mij reinigt met het bloed van Jezus
en U mij in Uw armen sluit.