Ik ben verliefd op het gezang van de vogels
Ze tillen me boven mezelf uit
Steeds maar verder en alsmaar hoger
Tot aan een kleurige regenboog.
Ze voeren me naar rustige wateren
Die zacht stromen zonder einde of begin
Ik hoor de wind zacht ruisen
En Gods stem er midden in.
Ik wandel door grazige weiden
Springend en dansend als een kind
Vederlicht en zielsgelukkig
En gedragen door de wind.
Ik zweef over bergen en dalen
En voel me geen moment alleen
Heel de schepping is vervuld van Gods Liefde
Hij is in en om mij heen.
De natuur is zo uitbundig
De vogels zingen blij
Zonnestralen die mij verwarmen
Ik voel me tevreden en blij.
De bloemen bloeien fleurig
In al hun kleurenpracht
De bomen fier getooid met bladeren
’t Is of God soms naar me lacht.
Een knipoog uit de hemel
“Zie je wel Mijn scheppingskracht
Die nog steeds werkt op moeder aarde
En zo alle pijn verzacht”.
Een blik van herkenning
Liefde en bemoediging
Ik lach spontaan terug
Zodat m’n hart van vreugde zingt.
Zo maar zitten alle dagen
Stil en apatisch in een stoel
Slapen, waken, eten, dromen
Zonder zin en zonder doel.
Afhankelijk van andere mensen
Goed bedoeld of behandeld als een kind
Die zich maar moet laten leiden
En alleen de weg niet vindt.
Ongeacht opleiding of status
Waart het dementie-virus medogenloos rond
Een schrikbeeld voor vele mensen
Als mij dat maar niet overkomt.
Zo eindigt dan een aktief leven
In een willoos lijdend eenzaam mens
Niet meer bewust van heden of verleden
maar geliefd door God en door hem gekend.