ZACHARIAS EN ELISABETH
In de bergen van Juda woonden 2 oude mensen, Zacharias en Elisabeth. Het was altijd stil gebleven in hun huisje, want God had hun gebed om een kindje te krijgen, nooit verhoord.
Daar hadden ze veel verdriet om gehad. Maar nu waren ze te oud om nog kinderen te krijgen en ze baden er al lang niet meer om.
Zacharias was priester, hij vertelde de mensen van God. Hij mocht in de tempel, het huis van God, de offers brengen die de mensen meebrachten.
De offers, die zij mee brachten waren dieren, die geslacht werden en daarna als een brandoffer aan God werden gegeven. De rook steeg op naar de hemel en daarmee wilden de mensen
zeggen, wij houden van U Here God, wij hebben spijt van alle verkeerde dingen, die we hebben gedaan, wilt U onze zonden vergeven?
Dat gebeurde allemaal in de voorhof van de tempel.
Maar ook in de tempel, in het Heilige, moest een offer worden gebracht.
Eén keer in het jaar werd er een priester uitgekozen die het Heiligdom van de tempel binnen mocht gaan en daar een heerlijk ruikend reukoffer mocht brengen van het hele volk, voor God.
Dat was een hele bijzonder gebeurtenis, niemand mocht zo maar in het Heiligdom komen, alleen één keer in het jaar die ene priester, die daarvoor uitgekozen was
Alle mensen verzamelden zich dan buiten op het plein voor de tempel om te wachten tot de priester weer naar buiten kwam, nadat hij het reukoffer gebracht had voor de Here God. Hij
zegende dan al die mensen buiten op het plein, namens de Here God.
Dit jaar was het lot gevallen op Zacharias, hij mocht het jaarlijkse reukoffer brengen in de tempel, namens heel het volk voor de Here God. Zacharias was daar heel blij om, want dit was
een hele bijzondere gebeurtenis.
Hij was ’s morgens al vroeg vertrokken op weg naar Jeruzalem, waar de tempel stond en zijn vrouw Elisabeth had hem uitgezwaaid.
Hij droeg een mooi wit, priesterkleed. Alleen zo mocht hij het Heiligdom binnengaan.
Heel eerbiedig verrichtte Zacharias de handelingen die nodig waren om het reukoffer aan te
bieden aan God. Het rook heerlijk, want het waren hele bijzondere, heerlijk ruikende kruiden en de geur steeg op naar de hemel.
Zacharias was helemaal alleen in het Heiligdom en voelde zich heel dicht bij God. Hij bad voor al die mensen buiten op het plein.
Maar plotseling was hij niet alleen meer, hij zag een fel licht en schrok vreselijk.
“Je hoeft niet bang te zijn, Zacharias”, klonk een vriendelijke stem. “De gebeden van jou en Elisabeth zijn verhoord. Jullie zullen een kindje krijgen en zijn naam zal Johannes zijn.
Het zal een heel bijzonder kindje zijn, want het zal mogen vertellen aan iedereen dat de Redder, de Messias, die God al zo lang geleden heeft beloofd, geboren zal worden.
Hij zal de mensen leren om God lief te hebben en te leven zoals Hij het wil. Dat zal de taak zijn van jullie zoon.”
“Een kindje?”stamelde Zacharias, dat kon toch niet, wij zijn daar al veel te oud voor, wij kunnen geen kinderen meer krijgen”.
Zacharias kon het niet geloven en hij vroeg de engel: “Waaraan zal ik kunnen weten, dat dit waar is, dat wij echt een kindje zullen krijgen?”
“Ik ben de engel Gabriël en ik woon bij God in de hemel. God heeft mij gezonden om dit blijde nieuws te mogen vertellen. Vanaf nu zul je niet meer kunnen praten, totdat alles gebeurd is, wat ik je heb verteld”.
Toen was de engel verdwenen.
Zacharias was heel stil geworden en wilde snel naar huis om het mooie nieuws aan Elisabeth te vertellen.
Maar eerst moest hij naar buiten om de mensen op het plein voor de tempel, de zegen van God te geven.
Hij liep naar buiten, waar de mensen al vol ongeduld op hem wachtten, en hij spreidde zijn handen uit om de mensen te zegenen, maar hij kon niet praten, er kwam geen woord over zijn
lippen.
De mensen zagen wel aan Zacharias dat er iets heel bijzonders was gebeurd in de tempel, Hij zag er zo blij uit, hij straalde helemaal. Ze begrepen er niets van, want hij kon het niet vertellen.
Toen ging Zacharias naar huis en schreef alles wat hij had meegemaakt in de tempel op een lei, zodat Elisabeth kon lezen wat er allemaal gebeurd was.
God had hun gebed verhoord en stil en gelukkig telden ze de maanden af totdat Johannes geboren zou worden.
Nog geen jaar later klonk er babygehuil in het huisje van Zacharias en Elisabeth.
Johannes was geboren, oh wat waren de trotse ouders blij met hun pasgeboren zoon. Heel de buurt kwam naar hem kijken en op de 8e dag waren ze allemaal bij elkaar, want dan zou de
vader hem een naam geven, dat was zo de gewoonte in die tijd.
Iedereen dacht dat het kindje wel Zacharias zou heten naar z’n vader, maar Zacharias schreef op de lei: Johannes is zijn naam.
Johannes? De mensen begrepen er niets van en op dat moment leek het wel of de mond van Zacharias werd geopend, hij kon weer spreken en hij vertelde alles wat er gebeurd was in de
tempel en wat de engel allemaal had gezegd. Dat Johannes een heel bijzonder kindje was en een heel mooi werk zou mogen verrichten als hij groter werd. Hij zou de komst mogen
aankondigen van de Redder, de Messias, die God al zo lang geleden beloofd had.
Hij jubelde en zong een mooi lied tot eer van God om Hem te danken voor dit wonder.
De mensen waren allemaal heel stil geworden. Ze verlangden zo naar de Redder die God al heel lang geleden had beloofd. Zou het nu toch echt gaan gebeuren?
Ze voelden zich helemaal blij worden van binnen, want ze wisten dat ze allemaal deze Redder nodig hadden om weer blij en gelukkig te worden.
Ook wij hebben deze Redder nodig en misschien weet je al dat dit Jezus is, de Zoon van God.
Hij maakt mensen en kinderen weer blij en gelukkig als Hij in jouw hartje mag komen wonen.
Als het kerstfeest is dan denken wij aan Zijn geboorte, want dan is het feest voor jou en voor mij.
Daar vertel ik de volgende keer meer over.