web analytics

JEZUS DROEG ONZE STRAF

God had al heel lang geleden aan Adam en Eva beloofd dat er eens IEMAND geboren zou worden, die al het kwaad zou overwinnen. En wat God belooft, dat doet Hij ook. Weet je wie God naar deze wereld heeft gezonden om alle mensen weer te bevrijden van het kwaad? Dat is Jezus, Zijn eigen Zoon. Als het Kerstfeest is dan denken we aan de geboorte van Jezus. Hij is als een klein kindje op deze aarde gekomen en Hij had net als jij een vader en een moeder. Maar Jezus was geen gewoon kindje hoor, Hij was de Zoon van God. Hij kwam uit de Hemel naar deze aarde voor jou en voor mij en voor alle mensen op de hele wereld.

Door het kwaad dat in de wereld was gekomen, konden we niet meer zo dicht bij God leven, zoals Adam en Eva in het Paradijs. Daarom stuurde God Zijn Zoon naar deze aarde om het kwaad te overwinnen en de straf daarvoor te dragen. Zoveel houdt God van alle mensen op de hele wereld. Door Jezus zouden wij weer heel dicht bij God de Vader kunnen komen.

Jezus heeft heel veel mooie dingen gedaan toen Hij hier op aarde leefde. Hij maakte zieke mensen beter en Hij deed alleen maar goede, mooie dingen. Als je naar Jezus keek, kon je zien wie God was. Als je in Zijn ogen keek zag je alleen maar Liefde voor de mensen om Hem heen. Hij hield veel van alle mensen en wilde alleen maar het goede voor hen. Het was fijn om dicht bij Hem te zijn en naar Hem te luisteren als Hij vertelde over Zijn Vader God, in de Hemel.

Maar niet iedereen was daar blij mee. Er waren hele knappe mannen, die dachten dat ze alles wisten van de Bijbel. Sommigen van hen waren Farizeeën en Schriftgeleerden, ze konden hele stukken uit de Bijbel zo maar uit hun hoofd opzeggen. Als ze gingen bidden deden ze dat op de hoeken van de straten, zodat iedereen het kon zien. Ze vonden zichzelf heel knap en belangrijk en keken neer op mensen die arm waren en anders waren dan zij.

Jezus niet, Hij was juist heel anders. Hij hield van mensen die arm waren en van zondaren, dat zijn mensen die weten dat ze soms verkeerde dingen doen. Eigenlijk zijn we dat allemaal, want we doen allemaal wel eens verkeerde dingen. En toch houdt God heel veel van ons en wil Hij graag onze Hemelse Vader zijn. Maar Hij vindt het niet fijn als wij verkeerde dingen doen, daar wordt God verdrietig van. Maar Jezus wil onze Vriend zijn en ons helpen om voor het goede te kiezen.

Alleen de Farizeeën en Schriftgeleerden, zo heten die knappe mannen, dachten dat ze nooit iets verkeerd deden. Zij waren eigenlijk jaloers op Jezus, want er waren altijd veel mensen bij Jezus om naar Hem te luisteren. Maar die knappe mannen wilden helemaal niet naar Jezus luisteren, zij dachten dat ze alles zelf wel konden. Ze geloofden ook niet dat Jezus de Zoon van God was en ze hadden Hem helemaal niet nodig. Daarom verzonnen zij en nog meer Joodse leiders van het volk, een plan, een heel wreed plan.

Ze wilden Jezus gevangen laten nemen en Hem vals beschuldigen, zeggen dat Jezus dingen had gedaan die Hij helemaal niet had gedaan of gezegd. Ze namen Jezus gevangen en sleepten Hem voor de rechter, dat was Pilatus, een Romeinse stadhouder. De Romeinen waren de baas over het Joodse volk, dat was het volk waar Jezus bij hoorde. Jezus was ook een Jood. De Joden moesten precies doen wat de Romeinen zeiden en dat was helemaal niet leuk. Maar nu vonden de Joods leiders het wel fijn dat er een Romeinse stadhouder was. Ze hoopten dat hij Jezus zou straffen en daarom vertelden ze allemaal leugens over Jezus. Maar Pilatus zag wel dat Jezus helemaal geen misdadiger was, Hij vond helemaal geen kwaad in Jezus. Daarom wilde Hij Jezus vrij laten, maar de Joden wilden dat niet. “Kruisig Hem, kruisig Hem” riepen ze en ze begonnen steeds harder te roepen en elkaar op te hitsen.

Het was bijna feest in Jeruzalem. De Joden dachten terug aan een periode heel lang geleden, toen God Zijn volk bevrijd had van hun vijanden, de Egyptenaren. Nu was het de gewoonte dat rond die tijd een gevangene vrijgelaten werd. “Weet je wat”, dacht Pilatus, “ik zal een echte misdadiger naast Jezus zetten en dan vragen, wie ik vrij moet laten. Dan kiezen ze vast voor Jezus”. Want die gevangene was een echte misdadiger, een moordenaar. Eigenlijk had Pilatus Jezus vrij moeten spreken als een eerlijke rechter. Maar Pilatus was een beetje bang voor de Joden, dat durfde hij niet. En de Joden bleven joelen en schreeuwen: “Laat BarAbbas los, laat BarAbbas los”, zo heette deze misdadiger. “Dan moeten jullie het zelf maar weten”, zuchtte Pilatus. Dan is het jullie schuld dat Jezus gekruisigd moet worden. Ik kan er niets aan doen, want volgens mij heeft hij niets verkeerd gedaan”.

Dan geeft Pilatus Jezus over aan de Joden en aan de soldaten en zij nemen Jezus mee. Ze bespotten Hem en slaan Hem en doen Hem veel pijn. Maar Jezus wordt niet boos, Hij kijkt hen alleen heel verdrietig aan en zegt helemaal niets terug.
Daar gaat Jezus tussen de soldaten in met allemaal joelende, schreeuwende mensen om Hem heen, die lelijke dingen tegen Hem zeggen. Hij draagt een heel groot kruis op Zijn rug, want daar moet Hij straks aan hangen. Dat is de straf die Jezus moest dragen en die Hij niet had verdiend. Onderweg valt Jezus bijna, Hij is zo moe en ze hebben Hem zo veel pijn gedaan, Hij kan het kruis bijna niet meer dragen. De soldaten laten een man, die toevallig langs komt, het kruis voor Jezus dragen. Zijn naam was Simon van Cyrene.

Toen kwamen ze buiten de stad Jeruzalem bij een heuvel, Golgotha. Daar werd het kruis in de grond geslagen en Jezus werd er aan gehangen. Aan iedere kant van Hem werd nog een kruis neergezet en daar werden 2 moordenaars aan gehangen. Zij hadden echt straf verdiend en hadden vreselijke dingen gedaan. Maar Jezus had nooit iets verkeerd gedaan, Hij had alleen maar goede en mooie dingen gedaan. Toch hing Hij daar aan het kruis en droeg daar de straf voor alle verkeerde dingen van alle mensen op de hele wereld. Dat wilde Jezus zelf, zoveel houdt Hij van ons allemaal. En één van de moordenaars, die naast Hem hing, riep: “Haha, als je de Zoon van God bent, kom dan van dat kruis af”. Maar de andere moordenaar zei tegen hem: “Hoe durf je zoiets te zeggen. Deze man heeft helemaal geen kwaad gedaan. Wij wel, wij hebben straf verdiend”. En hij smeekte Jezus: “Wilt U aan mij denken als U straks in Uw koninkrijk komt”. En Jezus keek Hem vol Liefde aan en zei: “Jij zult vandaag met Mij in het Paradijs zijn”. Ook nu, terwijl Jezus zoveel pijn leed en heel erg verdrietig en alleen was, dacht Hij nog aan een ander. Hij beloofde de moordenaar zoiets moois, omdat deze man spijt had van alle boze dingen die hij had gedaan.

En toen, midden op de dag, terwijl de zon zo fel had geschenen, werd het donker. Jezus hing daar, alleen en verlaten, van mensen en van God. Dat was het allermoeilijkste voor Hem en toch wilde Hij daar hangen en de straf dragen, die nodig was voor ons allemaal. Wij zullen nooit alleen gelaten worden door God, maar Jezus heeft daar aan dat kruis die eenzaamheid wel gevoeld. Hij riep: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?
” De zon was nog steeds verduisterd, het was angstig stil en donker daar op Golgotha en Jezus riep: “Ik heb dorst”. De soldaten gaven hem iets te drinken.
Jezus tilde Zijn hoofd op en keek omhoog, Hij wist dat Hij Overwinnar was en dat nu alle mensen weer heel dicht bij God konden komen. Dat maakte Jezus blij, ondanks de pijn die Hij leed. Hij zei: “Mijn taak is vervuld”. En na enige tijd sprak Jezus de laatste woorden: “In Uw handen beveel ik mijn geest”. Hij gaf zichzelf helemaal over aan God, daar was Hij veilig. Toen stierf Jezus en was Hij weer dicht bij God Zijn Vader.
De aarde beefde en de rotsen scheurden. De soldaten, die hem gevangen hadden genomen keken vol ontzag toe en stamelden: “Ja, deze man was echt de Zoon van God”.

Het grote, moeilijke, zware werk had Jezus volbracht. Nooit zou er meer iemand van God verlaten zijn. We zouden altijd bij Hem mogen komen, daar had Jezus voor gezorgd, aan dat kruis op die verdrietige, maar ook zo blijde dag.
Daar denken we aan als het Goede Vrijdag is. Dan denken we aan de dag dat Jezus voor ons stierf aan het kruis op Golgotha, voor jou, voor mij, voor alle kinderen en mensen op de hele wereld.
Daarom mogen wij nu altijd vrij bij God komen, Hij zal ons nooit alleen laten of afwijzen.
Jezus heeft de weg naar God vrijgemaakt, ook voor jou!

Tags: , , ,

This entry was posted on zondag, februari 17th, 2013 at 16:33 and is filed under kidsCOBIVERTELTBIJBEL, kidsGoede Vrijdag. You can follow any responses to this entry through the RSS 2.0 feed. Responses are currently closed, but you can trackback from your own site.

Comments are closed at this time.