JEZUS LEEFT (PASEN)
Het was een verdrietige stille nacht, nadat Jezus gestorven was. Hij was begraven in een graf, dat uitgehouwen was uit de rotsen. Er lag een hele grote zware steen voor en soldaten hielden er de wacht. Want Jezus had ooit gezegd dat Hij na 3 dagen weer op zou staan uit het graf. Dat mocht natuurlijk niet gebeuren, dat wilden de priesters niet. Daarom waren er soldaten bij het graf om dat te voorkomen.
Nu is het zondagmorgen, de derde dag nadat Jezus was gestorven. De Sabbath (dat was zaterdag) was voorbij. Op de Sabbat mochten de Joden niet werken, dat was een rustdag net zoals bij ons de zondag. Heel vroeg op die zondagmorgen gaan een groepje vrouwen op weg naar het graf van Jezus. Ze willen Hem de laatste eer gaan bewijzen. Ze hebben heerlijke geurige kruiden bij zich om het lichaam van Jezus te verzorgen. Op de Sabbat mocht dat niet gebeuren, daarom gaan ze nu op weg om dat te doen. Ze zijn heel verdrietig, dit is het laatste dat ze voor Jezus kunnen doen.
Maar als ze bij het graf van Jezus komen schrikken ze heel erg. Wat is dat, wat zien ze daar? De steen is weg voor het graf, die grote zware steen is weggenomen, hoe kan dat nu, wie heeft dat gedaan? En vol angst kijken ze in het lege graf en tot hun schrik zien ze dat het graf leeg is. Wie heeft dat gedaan, wie heeft het lichaam van Jezus weggenomen? Plotseling zagen ze 2 mannen in blinkende kleren, het waren engelen. “Wat zoeken jullie hier?” vroegen ze aan de vrouwen. “Waarom zoeken jullie in een graf naar iemand die leeft? Jezus is hier niet meer. Hij is niet meer dood, Hij is opgestaan, Hij leeft! Dat heeft Hij toch zelf verteld toen Hij nog bij jullie was, dat Hij op de 3e dag op zou staan uit de dood, dat Hij weer levend zou worden? Toen herinnerden de vrouwen zich dat Jezus dat zelf had gezegd en vervuld van blijdschap keerden zij terug naar Jeruzalem om het de andere discipelen (vrienden van Jezus) te gaan vertellen.
Maar Maria van Magdala keert weer terug bij het graf. Ze knielt daar huilend neer, oh wist ze maar waar de Here Jezus was. Dan hoort ze een stem: “Waarom huil je, wie zoek je?” Maria denkt dat het de tuinman is en ze zegt: “Ze hebben Jezus weggenomen uit het graf en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd.” Dan zegt de man: “Maria!”…. Die stem… dat kan alleen maar Jezus zijn, alleen Jezus kon zo haar naam noemen. Vol schrik en blijdschap kijkt Maria om en door haar tranen heen ziet ze Jezus staan. Ze strekt haar armen uit om Hem aan te raken. Maar Jezus zegt vriendelijk: “Raak me niet aan. Ga naar mijn broeders (de vrienden van de Here Jezus) en vertel hun dat ik terug ga naar Mijn Vader en jullie Vader, naar Mijn God en jullie God”. Dan is de Here Jezus weer verdwenen en Maria is weer alleen.
Maar Maria is niet verdrietig meer, oh nee, ze rent snel naar de vrienden van Jezus en roept het vol blijdschap uit: Ik heb Jezus gezien, Hij is niet dood, Hij leeft!” De discipelen luisteren naar alles wat Maria vertelt en ze worden heel blij. En ze juichen mee met Maria: “Jezus leeft!”
Deze dag was zo droevig begonnen, maar wat een blijdschap, wat een vreugde in de harten van al deze mensen. Ook in onze harten mag blijdschap zijn, want Jezus leeft. Hij heeft de dood overwonnen, Jezus is sterker dan de dood. Hij is Overwinnaar over al het kwaad dat in de wereld was gekomen. God had al aan Adam en Eva beloofd, dat er Iemand zou komen die sterker zou zijn dan al het kwaad, sterker dan de dood. Hij zou alles overwinnen. En dat heeft Jezus nu gedaan door op te staan uit de dood en het graf te verlaten.
Jezus leeft en wij mogen leven met Hem!
Tags: graf, Jezus, leeg, Maria van Magdala, opgestaan, Pasen