Ze huppelde mij voorbij
zong voor haar kind het hoogste lied
dansend achter de kinderwagen
een moeder die geniet.
Ik voelde een steek van diep verlangen
en stille weemoed diep in mij
die mooie tijden van weleer
wat gingen ze toch snel voor bij.
Wist ze maar hoe vlug
alles voorbij zou gaan
zodat ze geen moment
verloren zou laten gaan.
Want voor ze het weet ontwaakt ze
uit een mooie droom
en wandelt ze met het kind
van haar dochter of haar zoon,
Wel wat ouder maar nog even blij
met dat warme knuistje in haar hand
en ik zing zachtjes een wiegelied
terug naar dromenland.