HERFST
Prediker 3:1
Voor alles wat gebeurt is er een uur,
een tijd voor alles wat er is onder de hemel.
God heeft alles een plaats gegeven in de tijd, de juiste plaats.
“Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is er altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug”.
Niets is blijvend, God vernieuwt alles, steeds maar weer. Gods Schepping is nooit af en altijd in beweging.
Het is zo mooi om naar de Schepping te kijken als we het even niet meer zien zitten of als we God beter willen leren kennen.
De Schepping vertelt ons alles over de Liefde van God en over Zijn plan voor deze wereld.
Zijn Liefde zien we in alles wat Hij heeft gemaakt, ook in de mens.
Ook wij zijn nog niet af en veranderen voortdurend, (van binnen en van buiten), een cyclus, die nooit op houdt, ook niet bij de dood.
Vandaag is de herfst begonnen, dan kijken we vaak met wat weemoed terug naar de zomer, of we verlangen naar de lente, seizoenen die voorbij zijn, maar toch weer terug zullen komen.
De herfst is een prachtige tijd met mooie, warme kleuren.
Maar uiteindelijk is het ook een tijd van verval en blijven er dode takken en dorre bladeren over.
Tenminste….zo lijkt dat, maar in die dode takken ligt nu al de belofte van nieuw leven.
De dode bladeren die op de aarde vallen en vergaan dienen weer voor voedsel voor het nieuwe leven dat eens weer zal ontstaan.
Zo kunnen ook wij ons in de herfst van ons leven bevinden, ons lichaam verandert en daar zijn we niet altijd blij mee.
En toch kan ook dat een prachtige tijd zijn waarin wijsheid en de Liefde voor God en mensen de boventoon mogen voeren.
Maar bovenal de zekerheid dat God alles in de Hand heeft en dat ook deze periode van je leven niet het einde is.
In het wisselen van de seizoenen ligt een prachtige belofte verscholen, Gods belofte: “Alles maak ik nieuw”!
Geniet maar van de herfst, daar is de tijd nu voor gekomen en ook dat is een gave van God.
Herfst
Bladeren die dwarrelen
en dansen heen en weer
ze ritselen en fluisteren
de naam van onze Heer.
Ze danken Hem voor ’t leven
dat Hij aan hen gaf
voor kleuren en voor schoonheid
die er in hen was.
Voor het wisselen der seizoenen
voor het komen en het gaan
voor de schoot van moeder aarde
waar ze weer tot stof vergaan.
Voor het ontstaan van wéér nieuw leven
uit wat dor leek, droog en dood
voor die hoop aan ons gegeven
o mijn God, wat bent U groot!