HOE JIJ GROEIDE
Er was eens een eitje
nog maar heel piep-klein
het woonde in jouw mama’s buik
en zou daar altijd zijn.
Maar op een mooie blijde dag
kwam daar een zaadje aan
het zwom eens om het eitje heen
toen zijn ze samen verder gegaan.
Ze bleven heel dicht bij elkaar
en werden samen één
ze groeiden steeds maar door en door
tot er een hoofdje verscheen.
Met ogen, een neusje en ook oren
een lijfje met armpjes en beentjes er bij
God blies ook nog Zijn adem er in
toen ging je leven, want dat was jij.
God liet je groeien in mama’s buik
lekker veilig en zo warm
tot je een baby was geworden
toen duurde het niet meer zo lang.
Want op een dag werd jij geboren
een wonder, dat God schiep
je bent voor altijd in Zijn Hand geborgen
omdat Hij jou bij name riep.