SLAAP MAAR ZACHT
U had Uw Geest dubbel gegeven
twee kindjes mochten in mij leven
ze groeiden dicht onder mijn hart
en ik wist, God houdt ze stevig vast.
Waarom heeft U ze losgelaten
waarom moesten ze mij verlaten
waarom die lege schoot
U had toch zoveel beloofd?
Ik weet wel Heer met mijn verstand
juist nu houdt U hen in Uw hand
U koestert hen zacht op Uw schoot
maar ik voel me zo van hen beroofd.
Was het een speling van het lot
dit is toch niet de wil van God?
Ik zoek maar vind het antwoord niet
alleen een bodemloos verdriet
dat God samen met mij wil delen
zodat wonden eens weer kunnen helen.
Slaap zacht mijn kinderen
klein en teer
‘k Geef jullie terug
aan onze Heer.
Hij zal jullie leven
vervolmaken
nu ik jullie
los moet laten.
Slaap maar kinderen
slaap maar zacht
in de wame liefde
van Gods hart.
’t Is diezelfde liefde die mij troost
’t zelfde hart, dezelfde schoot
diezelfde armen om ons heen
door Hem zijn we toch weer ÉÉN!