EEN SCHAT IN AARDEN VATEN
“We worden van alle kanten belaagd, maar raken niet in het nauw.
We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld.
We worden vervolgd, maar worden niet in de steek gelaten.
We worden geveld, maar gaan niet te gronde.
We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee,
opdat ook het leven van Jezus in ons zichtbaar wordt”.
2 Korientiƫrs 4 : 8 t/m 10
Paulus spreekt hier van een schat die in ons is, een overweldigende kracht, die niet van onszelf komt, maar van God. Een licht dat in ons hart schijnt en dat afstraalt van Jezus Christus.
Daardoor kunnen we alles doorstaan door Zijn kracht en genade.
Alles wat we meemaken wijst naar Jezus, Hij houdt ons staande.
We worden op dezelfde manier verzocht als Hij, we zullen sterven net als Hij.
Maar we mogen ook weten dat we er tegen opgewassen zullen zijn, we zulllen er nooit aan ten onder gaan.
Hij is in ons, een bodemloze schat, waaruit wij kracht en hoop mogen putten en aan de wereld mogen laten zien wie Jezus is.
We hebben een eeuwige hoop, Jezus, Hij leeft en wij zullen leven met Hem.