web analytics
Posts Tagged "stal"

DE HERDERS VAN BETHLEHEM

Het was een stille donkere nacht, maar ook een hele blijde nacht. Want in deze nacht was de Here Jezus geboren in een stal in Bethlehem.

Buiten op de velden waren herders, die op hun schapen pasten. Zij moesten er voor zorgen dat er geen wilde dieren kwamen om de schapen kwaad te doen. Ze hadden een groot vuur gemaakt en daar zaten ze omheen. Ze dommelden een beetje en vielen bijna in slaap.

Maar opeens waren ze klaarwakker, want er was een heel groot fel licht. Ze schrokken en sloegen hun handen voor de ogen. Daar stond een engel bij hen en de engel sprak: “Jullie hoeven niet bang te zijn, want ik ben een engel en God heeft mij gezonden om jullie een hele blijde boodschap te brengen. Vannacht is de Here Jezus geboren, de Zoon van God. Hij is de Redder en Zaligmaker, waar jullie al zo lang op hebben gewacht. Hij is geboren in een stal in Bethlehem en het kindje is in doeken gewonden en ligt in een kribbe in een bedje van stro.”

En toen kwamen er opeens nog veel meer engelen en die begonnen allemaal te zingen, zó mooi, als de herders nog nooit hadden gehoord. Het was een prachtig groot koor en ze zongen allemaal ter ere van God. Ere zij God in de hemel en vrede op aarde voor alle mensen.
De herders luisterden stil en ontroerd.
Toen gingen de engelen weer terug naar de hemel.

Het was weer stil en donker geworden op de velden. Maar in de harten van de herders was het helmaal niet donker, maar licht van blijdschap. Ze spraken opgewonden met elkaar: “Kom, laten wij het kindje Jezus gaan zoeken en het aanbidden.”
Ze gingen snel op weg naar Bethlehem en vonden de stal waar Het kindje Jezus geboren was. Daar lag het kindje, in doeken gewonden in een kribbe, precies zoals de engel het gezegd had. Ze knielden neer bij het kindje in de kribbe en baden zacht. “Lieve Here Jezus, dank u wel dat U naar deze aarde bent gekomen. Wij hebben geen kostbare geschenken, maar ons hart is voor U, wij houden van U.”

De herders vertelden aan Maria en Jozef wat er allemaal was gebeurd op de velden van Efrata.
Maria luisterde stil en bewaarde al de woorden, die de herders vertelden in haar hart. Daar zou ze nog vaak aan denken. Oh, het was zo mooi en ze was zo gelukkig met het kindje Jezus.

Zo is de Here Jezus op aarde gekomen. Niet als een koning in een paleis, maar als een klein eenvoudig kindje in een arme stal. Zo wilde Hij ook komen, arm en nederig en klein, om mensen rijk en gelukkig te maken. De eerste mensen die kwamen om Hem te aanbidden waren eenvoudige herders, ook zij waren arm. Maar toen ze Jezus gezien hadden voelden zij zich heel rijk en gelukkig. Ze gingen weer terug naar de schapen op het veld, en ze vertelden aan iedereen die het horen wilden, dat Jezus, de Redder en Zaligmaker geboren was in een stal in het stadje Bethlehem.

Jezus was niet gekomen om geld of goud te brengen aan de mensen. Maar om hen weer dicht bij God te brengen, omdat alle boze dingen hen hadden gescheiden van God.

Daarvoor was Jezus op aarde gekomen en nu mogen wij allemaal bij het kindje Jezus knielen en ons hart aan Hem geven.

Dan is de weg naar God open voor ons allemaal.

Dat is pas ècht feest, kerstfeest!

DE GEBOORTE VAN JEZUS

Daar gaan twee mensen langs de weg, het zijn Jozef en Maria.

Zij komen uit het dorpje Nazareth en zijn op weg naar Bethlehem, dat is de stad van koning David. Zij zijn nog familie van koning David en daarom moeten zij in die stad hun naam op laten schrijven.
Dat wilde keizer Augustus, die de baas was over het land. Hij wilde weten hoeveel mensen er in zijn land woonden en daarom moesten alle mensen op reis naar de stad waar hun familie vandaan kwam, ook Jozef en Maria.

Het was een lange reis en Maria was erg moe, ze hadden al zo ver gelopen.
Maar Jozef en Maria waren ook heel gelukkig want ze wisten dat Maria moeder zou worden.
De engel Gabriël, had haar verteld dat ze een kindje zou krijgen. Niet zo maar een kindje, maar het zou de Zoon van God zijn, de Redder en Verlosser die God al zo lang geleden had beloofd.
Dit kindje zou een Koningskind zijn en Maria mocht de moeder van dit bijzondere kindje zijn en God zelf was de Vader.
Oh….ze waren zo blij en gelukkig, maar ook zo ontzettend moe van de lange reis.

Het werd steeds drukker op de weg, want er waren zoveel mensen op reis.

“We zijn er bijna hoor Maria, nog even volhouden”, zei Jozef. “Kijk, daar in de verte zie je Bethlehem al liggen en als we daar zijn, gaan we gauw een plekje voor je zoeken en kun je eindelijk uitrusten”. “Ja, dat is goed, Jozef, we zijn er bijna”.

Eindelijk waren ze bij de herberg, dat is een huis waar je kunt slapen als je op reis bent.
Jozef klopte aan de deur en de herbergier deed open.
“Heeft u een plaatsje voor ons om vannacht te slapen?”, vroeg Jozef.
“Nee hoor, alles is vol, er is geen plaats meer voor jullie”, zei de herbergier en hij wilde deur al weer dicht doen.
“Maar Maria is zo vreselijk moe en ze verwacht een kindje en ze heeft een plekje nodig om te rusten vannacht”.

De herbergier keek eens naar Maria en hij zag wel hoe moe ze was en hij kreeg medelijden met haar. “Weet je wat”, zei hij, “ik heb nog wel een plaatsje vrij in de stal bij de dieren, kom maar mee. Daar kunnen jullie wel slapen vannacht, in de herberg is geen plaats voor jullie.” Hij bracht hen naar de stal en wenste hen goedenacht.
Jozef maakte een bed van hooi voor Maria en toen gingen ze slapen.

In die donkere stille nacht, in die oude stal is toen iets heel moois gebeurd, het allermooiste dat ooit is gebeurd op aarde.
In die nacht is het kindje geboren dat de engel aan Maria had beloofd.
Het leek een gewoon kindje, maar het was een heel bijzonder kindje, het was de Here Jezus, de Zoon van God.

Maria nam het kindje in haar armen en wikkelde het in doeken, want ze had geen kleertjes voor het kindje. Er was ook geen wiegje, maar Jozef nam een voederbak van de dieren en maakte daarin een bedje van hooi. Toen legde Maria het kindje Jezus in de kribbe.
Jozef en Maria keken vol liefde naar het kindje Jezus, ze waren zo blij en gelukkig.
Ze wisten wel dat dit kindje later de Redder en Verlosser zou worden van alle mensen en kinderen op de hele wereld.
Maar nu mochten zij voor het kindje Jezus zorgen en dat maakte hen zo blij.
Maria wiegde het kindje zacht in haar armen totdat het in slaap viel.

Daar lag nu de Zoon van God als een hulploos kindje, in de kribbe in een oude stal.

En niemand wist nog van het grote wonder, dat Jezus was geboren, de Zoon van God.

HET BEGINT IN EEN STAL

De weg naar God begint in een stal
daar mag jij ook naar binnen gaan
niet alleen met kerst, maar iedere dag
blijft de deur voor jou open staan.

Nette kleren zijn niet nodig
geen masker of een strak gelaat
maar je mag komen zoals je bent
het is je hart waar het om gaat.

Niet stijf recht op of in de plooi
zo kun je de stal niet binnen gaan
maar bukkend door een kleine deur
mag je knielen bij Jezus gaan.

Daar lig je dan bij dat kleine kind
zo nederig en klein
Zijn Licht verlicht nu ook jouw pad
nu zal het nooit meer donker zijn.

Laat je vinden

Posted by: Cobiin GEDICHTEN Cobi, Jezus
13
jan

Laat je vinden

Mijn Oog gaat over heel de wereld
tot Ik elk verloren schaap weer vind
Ik neem je teder in mijn armen
en verzorg je als Mijn kind.

Al Mijn Liefde wil Ik je geven
Ik verbind jouw wonden en stil je pijn
Jezus is de balsem die je kan genezen
Ik wil voor jou een Herder zijn.

Ik draag je als je niet kunt lopen
wieg je zacht bij Mij op schoot
niets kan jou van mij scheiden
al is de afstand nog zo groot.

Laat je toch vinden door Mij, jouw Herder
Mijn stok en staf zijn nooit te kort
Ik blijf je zoeken alle dagen
omdat ook jij bij Mijn kudde hoort.

Het Licht van de wereld

Posted by: Cobiin GEDICHTEN Cobi, Kerst
20
dec

Het Licht van de wereld

Zoon van de Allerhoogste
op een hemelse troon
kind in een stal
een Mensenzoon.

Geëerd en geprezen
ere zij God
genageld aan het kruis
verguisd en bespot.

Geliefd door de Vader
een gouden kroon
een speer in z’n zij
een doornenkroon.

De beker die niet voorbij ging
het begon in die stal
Uw wil geschiede
opdat het Licht overwinnen zal.

Het Licht van de wereld
dat schijnt in de nacht
en eeuwig blijft branden
waar Jezus wordt verwacht.

Buigen of breken

Posted by: Cobiin GEDICHTEN Cobi, Jezus, Kerst
16
dec

Je moet bukken en knielen om in de stal te komen
anders stoot je zeker je hoofd
je bent nooit te klein om binnen te gaan
maar soms ben je wel te groot.

Je moet buigen of breken
zoals het geknakte riet
maar één ding is zeker
God verbreekt je niet.

De deur van de stal is nooit op slot
je mag er zo naar binnen gaan
vuile schoenen of gescheurde kleren
naar Jezus mag je altijd gaan.

En kom je weer buiten
klein en gebogen
maar gevuld met Zijn Liefde
en gesterkt door Zijn kracht…

Dan recht jij je rug
als nooit te voren
omdat je nu alles
van Jezus verwacht.