Vallen kunnen we als een baksteen
van grote hoogte naar omlaag
van de zevende hemel tot in diepe dalen
met beide benen weer op de aard’.
Van zweven als een arend
tot kruipen in het stof
mogen zijn als Jezus
of ver verwijderd van God.
Van fonteinen met stromend water
tot een bron leeg en verdroogd
van een hart dat barst van liefde
tot een steen zo zwaar als lood.
Maar waar je ook mag zijn
in het dal of op de top
je kunt nooit dieper vallen
dan in de veilige armen van Vader God.
Cobi van der Hoeven-Zondag