web analytics
Posts Tagged "uitleggen"

OP WEG NAAR EMMAÜS

Het was avond geworden en er liepen twee mannen op de weg.
Zij kwamen uit Jeruzalem en gingen naar een klein dorpje dat Emmaüs heette.
Zij spraken heel druk met elkaar over alles was gebeurd was in Jeruzalem.
Over Jezus die gestorven was, over de vrouwen, die verteld hadden dat het graf leeg was en dat de engelen hadden gezegd dat Jezus leefde.
De mannen begrepen er helemaal niets meer van.

Toen kwam er iemand bij hen lopen en vroeg waarover ze zo druk aan het praten waren en waarom ze zo verdrietig waren.
Het was Jezus, maar dat zagen de mannen niet.
“Hebt u dan niet gehoord wat er allemaal is gebeurd in Jeruzalem?
Weet u dan niet van Jezus, die gekruisigd is en van al die vreselijke dingen die zijn gebeurd?
En nu zeggen de vrouwen dat Jezus is opgestaan, dat kan toch niet?
We begrijpen het niet.
Wij dachten dat Jezus koning zou worden en nu is hij al 3 dagen dood.”

Jezus keek hen vriendelijk aan en begon te spreken.
“Waarom geloven jullie niet wat de vrouwen hebben verteld?
Het is waar wat zei vertelden, Jezus is inderdaad opgestaan en Hij leeft.
Dit mòest allemaal gebeuren, alles is al voorspeld door de profeten.
Jezus wilde dit zèlf. Hij wilde dit lijden op zich nemen, Hij wilde alle mensen gelukkig maken en de straf voor hen dragen, zodat iedereen die in Hem gelooft bij God in de hemel kan komen.
Dààrom is dit allemaal gebeurd.

De mannen luisterden heel stil en toen begrepen ze het.
Ze wisten opeens zeker dat Jezus was opgestaan en leefde.
Hun verdriet veranderde in grote blijdschap en ze wilden nog wel heel lang met deze man praten.
Ze kwamen aan in het dorpje Emmaüs en Jezus wilde verder gaan.
“Nee, ga niet weg, blijf hier,” vroegen ze hem, “het is al avond en donker. Wilt u bij ons blijven slapen?”
Jezus bleef bij hen en ging met hen aan tafel zitten om te eten.
Hij nam het brood, brak het en zegende het.
En toen….opeens…. herkenden de mannen Hem, ze zagen dat het Jezus was.
Ze strekten hun handen naar hem uit en wilden hem aanraken. “Jezus!”
Maar ineens was Jezus verdwenen.

Nu waren de mannen niet verdrietig meer. Ze waren zo blij, dit wilden ze aan de vrienden van Jezus gaan vertellen. Jezus leeft, Hij is niet dood.
En ze gingen weer op weg, terug naar Jeruzalem en kwamen bij het huis aan waar de vrienden verbleven. De deuren en ramen waren hermetisch gesloten, omdat ze bang waren voor de priesters.
De mannen klopten aan de deur en riepen luid :”Jezus leeft!”
De deur werd snel open gedaan en ze hoorden al vrolijke stemmen zeggen: “Jezus is opgewekt, Hij leeft!”
Want ook Petrus had Jezus gezien en zij vertelden elkaar alles wat er gebeurd was.

En terwijl ze zo druk aan het praten waren stond daar opeens iemand in hun midden.
Ze schrokken, wie was dat, was dat Jezus?
Hoe was Hij dan binnen gekomen? De deuren en de ramen waren toch op slot?
“Jullie hoeven niet bang te zijn”, zei Jezus, “Ik ben het.”
Kijk maar naar mijn handen en mijn voeten.
Ze zagen de wonden van de spijkers en ze wisten en geloofden dat het Jezus was.
Hij vroeg om eten en ze gaven Hem een geroosterd stuk vis.
Ze mochten weer luisteren naar Zijn stem, oh wat waren ze blij en gelukkig.
Jezus legde hen nog eens uit dat dit alles wel mòest gebeuren, dat Hij de Redder, de Messias was van alle mensen en kinderen op de hele wereld.

Jezus is ook gestorven voor jou en Hij wil ook jou gelukkig maken.
Alleen Hij kan dat!