ERE AAN GOD
De bomen wit
de wereld wit
de grond
waar nog geen voetstap ligt
zo ongerept en wonderschoon
het doet me denken aan Gods Zoon
die zuiver en van zonde vrij
de wereld redde, ook jou en mij.
Geen vogel zingt
geen geluid weerklinkt
een nieuwe dag
die weer begint
door sneeuw bedekt
nog ongerept
tot ik er
mijn eerste voetstappen zet.
De betovering is verbroken
de nieuwe dag is aangebroken
die vol verwachting voor mij ligt
als een ongeschreven liefdesgedicht.
Woorden kan ik nu niet vinden
maar mijn hart begint vanzelf te zingen
klanken stil en wonderschoon
tot eer en glorie van Gods Zoon.
ALS IK DENK
Als ik denk aan Uw Schepping
zo vol van pracht
de bloemen, de dieren
Uw liefde, Uw kracht
de kleuren, de schoonheid
de mens die U schiep
Uw Geest die ons
tot leven riep
het menselijk lichaam
niet te doorgronden
zijn hersens, zijn brein
een levensgroot wonder.
Hoe groot, hoe bijzonder
hoe wonderschoon
moet U wel niet zijn
Vader, Geest en Zoon.
Als ik denk aan Uw Schepping
zo vol van pracht
de bloemen, de dieren
Uw liefde, Uw kracht.
De kleuren, de schoonheid
de mens die U schiep
Uw Geest die ons
tot leven riep.
het menselijk lichaam
niet te doorgronden
zijn hersens, zijn brein
een levensgroot wonder.
Hoe groot, hoe bijzonder
hoe wonderschoon
moet U wel niet zijn
Vader, Geest en Zoon.